Wat gaaf! In Het Grote Vouwboek staan enorm duidelijke instructies hoe je de meest leuke figuren kunt maken. Niet zomaar figuren, maar uit bekende prentenboeken. Zoals Dikkie Dik, Gruffalo, boer Boris en het kleurenmonster. Vouw je liever een kerstboom of watermeloen? Ook van deze vouwfiguren is er een uitleg te vinden.
Cijfers en letters
Wil je leren hoe je alle letters van het alfabet én de cijfers kunt vouwen? De vouwjuf (Janet de Vink) leert het je allemaal in dit vouwboek.
Dat klinkt natuurlijk allemaal leuk en redelijk gemakkelijk, dus op voor een test. De 9-jarige dochter gaat naar de Hema om vouwblaadjes te kopen en samen met een vriendin gaat zij met Het Grote Vouwboek aan de slag. Het zijn twee echte knutselliefhebbers en ze starten met de spin. In 5 stappen wordt het basisvouwsel uitgelegd en maken de dametjes een papieren spin. De paraplu is ook geen probleem, maar als ze bij de ronde vouwbladen (die we dus nog niet hebben) aankomen, blijkt de beer en de kikker best lastig. Ze schakelen dan ook fijntjes om naar de mozaïek en maken – heel creatief – een zelfverzonnen afbeelding.
Stap voor stapIn het vouwboek legt de vouwjuf zo’n 75 originele vouwvoorbeelden uit. Van eenvoudig naar lastiger. De kinderen hebben plezier bij het vouwen, maar Agent en Boef of opa Brom vouwen blijkt toch een hele opgave. Ze blijven oefenen!
Janet de Vink legt stap voor stap in haar boek uit hoe je de figuren kunt vouwen. Zij werkt met de basisvouwsels van de doorgaande lijn van Fröbel, een ontwikkelingspsycholoog. Zijn bekendheid was voornamelijk te danken aan het vouwen en dankzij Janet kunnen wij hier op een leuke manier veel over leren. Niet alleen krijg je een betere motoriek van vinger- en handspieren en wordt de coördinatie van beide handen en van hand en oog ontwikkeld. Net als concentreren en logisch nadenken.
Geschikt voor kinderen in de onderbouw (en zelf toepasbaar in midden- en bovenbouw).
Het grote vouwboek van Janet de Vink, ISBN 9789043920070, via Kosmos Uitgevers.
